Wij werken op ons De Rotterdamse Montessorischool kindcentrum volgens de filosofie van Maria Montessori. Wij vertalen deze filosofie naar de huidige tijd en maken daarbij ook gebruik van moderne middelen. Bij ons in het kindcentrum staat de individuele ontwikkeling van het kind centraal. Ons doel is kinderen op te voeden tot evenwichtige, sociale wereldburgers met voldoende kennis en vaardigheden om verder te kunnen in het leven. Onder schooltijd richten we ons naast de sociaal-emotionele ontwikkeling met name op de cognitieve ontwikkeling. De BSO heeft een vrijer karakter, waarin kinderen kunnen kiezen uit een aanbod met afwisseling van inspanning en ontspanning.

Kosmisch bewustzijn

Wij gaan uit van een kosmisch bewustzijn. Volgens het kosmisch principe is alles en iedereen in het heelal met elkaar verbonden en heeft alles en iedereen zijn eigen kosmische taak. Wij hebben als mensen ook verschillende taken en wij leren kinderen dan ook van jongs af aan dat wij als mensen een onderdeel zijn van het grote geheel. Wij willen kinderen stimuleren hun eigen interesses te volgen en een nieuwsgierige houding bij kinderen ontwikkelen. Ons doel is dat kinderen individueel op zoek gaan naar hun eigen kosmische taak: op deze wereld; in onze maatschappij; op school; tijdens de BSO.

Vrijheid in gebondenheid

Wij geven kinderen op ons kindcentrum veel vrijheid. Kinderen krijgen binnen hun werk in het onderwijs vaak keuzemogelijkheden: Werk je aan je tafel, de groepstafel of op een kleedje? Werk je samen of alleen? Begin je met taal, rekenen of spelling? Ook op de opvang werken wij op deze manier: Wat voor activiteit wil je vandaag doen? Wil je samen of alleen? Meedoen met een georganiseerde groepsactiviteit of lekker even een eigen keuze maken waar je op dat moment zin in hebt?

Er zijn echter ook grenzen aan de vrijheid van een kind. De vrijheid van een kind reikt tot waar de vrijheid van een ander in het geding komt. Wij leren kinderen van jongs af aan dat je soms geen vrije keuze hebt. Je mag veel, maar niet als een ander daar last van heeft. In de klassen en op de BSO-groepen hebben wij van veel materialen maar een beperkte hoeveelheid, dit zorgt ervoor dat kinderen soms dus iets niet kunnen kiezen, omdat een ander het al in gebruik heeft. In het onderwijs beperkt de leerkracht soms de vrijheid van een leerling, bijvoorbeeld door een leerling een vaste plek te geven om te werken, om voor voldoende rust in de klas te zorgen, etc. De beperking van de vrijheid van kinderen noemen wij ‘vrijheid in gebondenheid’.

Wij volgen en sturen kinderen dus op individueel niveau. Wij kijken naar de mogelijkheden en interesses van het kind. In ons onderwijs laten wij de leerstof hierop aansluiten. Een kind heeft werk op zijn eigen niveau en werkt vervolgens op zijn eigen tempo.

Zelfstandigheid en zelfredzaamheid

Wij stimuleren vanaf het begin zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Kinderen doen bij ons op school veel zelf. Zij kleden zichzelf aan en uit, hangen hun spullen aan de kapstok, pakken hun eigen werk of speelgoed en ruimen dit ook weer netjes op, in het onderwijs kiezen en plannen de kinderen zelf hun eigen werk, etc. We zijn trots op de zelfstandigheid van onze leerlingen, welke kenmerkend is voor het montessoriconcept.

In het onderwijs

De taak van de school is de kinderen te helpen het hen zelf te laten doen. Gedurende hun schooltijd worden kinderen steeds meer eigenaar van hun eigen ontwikkeling. In de loop van de middenbouw krijgen de kinderen hun eigen map met persoonlijke streefplannen met leerdoelen. Kinderen kiezen zelf leerdoelen waaraan zij gaan werken en hebben zo dus ook duidelijk zicht op de dingen die zij al kunnen en de dingen die er nog van hen worden verwacht.

In de opvang

Tijdens de BSO helpen de kinderen ook zelf mee met de taakjes die er moeten gebeuren. De tafel wordt gezamenlijk gedekt, de kinderen helpen bij het bereiden van de hapjes en het drinken en ook bij het afwassen helpen de kinderen mee. Zo creëren we een veilige huiselijke sfeer, waarin we als een soort grote familie samenleven. Na schooltijd drinken we eerst gezellig een kopje thee en bespreken we wat we die middag gaan doen.

Voorbereide omgeving

We gaan er in ons kindcentrum van uit dat een kind van nature geprikkeld is zich te ontwikkelen en dat het de taak van de professional is om de omgeving voor het kind zo in te richten dat een kind wordt aangetrokken tot het les- en ontwikkelingsmateriaal in de klas of het speelgoed tijdens de BSO. Dit noemen wij de voorbereide omgeving. Door deze prikkelende voorbereide omgeving zal een kind zelf gaan experimenteren met de materialen en zo komt het kind tot leren en ontwikkelen.

In het onderwijs

In de voorbereide omgeving van het onderwijs vindt het kind onder andere de door Maria Montessori ontwikkelde ontwikkelingsmaterialen. Deze materialen zijn zo ontwikkeld dat een kind hier zelfstandig mee kan werken. De leerkracht bekijkt een kind voortdurend en signaleert de behoeften van het kind. Zo nu en dan heeft het kind een lesje nodig van de leerkracht om een stap verder te kunnen maken in zijn ontwikkeling. Het kind kan zelf zijn werk controleren. Wij hebben op de Rotterdamse Montessorischool het montessorimateriaal aangevuld met andere materialen en middelen. Wij gebruiken hiervoor verschillende methodes of aanvullend materiaal. Wij zetten dit materiaal op een montessoriaanse wijze in. Dat wil zeggen dat wij dit materiaal zo inzetten dat kinderen er individueel mee aan de slag kunnen, dat het kinderen verder helpt in hun persoonlijke ontwikkeling en dat zij hun eigen werk kunnen controleren. Wij maken op dezelfde wijze ook gebruik van ICT-middelen en methodes.

In de opvang

De voorbereide omgeving op de BSO is vrijblijvender ingericht dan de voorbereide omgeving van een klaslokaal. Kinderen komen na schooltijd of tijdens de vakanties naar de BSO en beleven hier hun ‘vrije tijd’. Op de BSO zijn er dan ook minder montessorimaterialen te vinden en meer materiaal dat bijdraagt aan een gevarieerde en ontspannen vrijetijdsbesteding, denk hierbij aan gezelschapsspellen, knutselmateriaal, leesboeken en constructiemateriaal. Ook organiseren we op de BSO gerichte activiteiten op het gebied van natuur, sport en spel, muziek, cultuur en uitstapjes. Er is ruimte voor een moment aan tafel, een mogelijkheid om even de rust op te zoeken, of juist samen te spelen. Natuurlijk is er ook de mogelijkheid om nog even dat montessoriwerkje af te maken waar het kind zo fijn mee aan het werk was.

In ons kindcentrum gebruiken wij een aantal ruimtes gemeenschappelijk (overdag voor het onderwijs en na schooltijd voor de BSO). Deze ruimtes hebben wij flexibel ingericht, waardoor we deze gemakkelijk kunnen veranderen van klaslokaal naar BSO-ruimte en andersom. De kinderen weten door onze voorbereide omgeving wat past bij het onderwijs en wat bij de BSO.

Buitenruimte

De buitenruimte biedt het kind voldoende mogelijkheden tot handelen. We hebben een buitenlokaal met dieren en planten om te observeren en verzorgen. Om de kinderen onderdeel te maken van het werken in de tuin, is er gereedschap aanwezig dat door kinderen gehanteerd kan worden. Het werken in de tuin geeft gehoor aan het dragen van verantwoordelijkheid en de behoefte om te ordenen en plannen. De schoolpleinen zijn zo ingericht dat er voldoende mogelijkheden zijn tot handelen. Op het kleuterplein kunnen de jongere kinderen fietsen, sjorren en sjouwen met materiaal, spelen in de zandbak en klimmen en klauteren. Op het grote plein is meer ruimte voor grotere spelen in bijvoorbeeld de pannakooi of op het trefbalveldje (waar allerlei samenspelen kunnen worden gedaan). Ook hier is een grote zandbak met speelmateriaal. Op beide pleinen zijn zitjes en tafels aanwezig waar kinderen ook rustig kunnen zitten en bijvoorbeeld kunnen tekenen of kletsen.

Heterogene groepen

Kinderen werken bij ons in heterogene groepen, zowel in het onderwijs als in de opvang. We hebben onderbouwgroepen (4 tot 6-jarigen), middenbouwgroepen (6 tot 9-jarigen) en bovenbouwgroepen (9 tot 12-jarigen). Kinderen zitten met verschillende leerjaren door elkaar. De verschillende leeftijden zorgen ervoor dat kinderen van en met elkaar kunnen leren en elkaar kunnen inspireren.

In het onderwijs

Bij ons op school geven kinderen elkaar lesjes. De samenstelling van de klas verandert jaarlijks, omdat de oudste kinderen naar een volgende bouw gaan en er nieuwe jongste kinderen bijkomen. De jongste kinderen komen er dus bij in een groep die al weet hoe het eraan toe gaat. De oudere kinderen in de groep kunnen de jongste kinderen hierin dus meenemen en hen inspireren.

Meer informatie over montessorionderwijs is te vinden op de website van de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV).